In zijn huiskamer in Elburg gaan we in gesprek over zijn liefde voor de Bijbel en het werk van het Bijbelgenootschap. In het gezin waar Jan opgroeide, werd elke dag uit Bijbel gelezen, en bij het afscheid van de lagere school in 1959 kreeg hij een eigen Bijbeltje. Daar ging hij in lezen. Het werd een gewoonte die niet meer is gestopt.
Toen Jan 19 jaar was, overleed plotseling zijn vader. Een zware slag voor het gezin. Waarom overkomt dit ons, vroeg Jan zich af. ‘We kregen veel steun uit de kerk. Maar ik heb toen ook ontdekt dat de Bijbel een toevlucht is. Als je niet weet waar je het zoeken moet, vind je daar houvast.’
Lid van de Bijbel per maand-club
Wat maakte dat Laanstra de missie van het NBG – De Bijbel voor iedereen – zo’n warm hart toedraagt? Het begon met een kinderboekje over een jongen die Maarten Beintema heette. Het boekje was een jeugduitgave van het NBG. De vader van Maarten vertelde zijn zoontje over het vertalen van de Bijbel. En aan het eind van het verhaal wist Maarten het: ‘… voor elk de bijbel in zijn eigen taal! – Daaraan wilde Maarten gaan meehelpen. Hij zal hard moeten studeren (…). Dan zal het Nederlandsch Bijbelgenootschap hem misschien uitsturen, naar … ja, waar naar toe?’ Laanstra: ‘Daar moet het gebeurd zijn. Toen is bij mij het eerste zaadje geplant.’
De volgende stap zette hij in 1974 in Apeldoorn. ‘Iemand uit de kerk vroeg me of ik lid wilde worden van de Bijbel per maand club. Ik hield van de Bijbel, ik kende het NBG al en vond Bijbelvertaling en -verspreiding belangrijk. Dus zei ik ja.’ Sinds die tijd steunt Laanstra de Bijbelverspreiding met een vast maandbedrag én soms een extra gift.
Ook elke maand een Bijbel aan iemand geven?
Vind jij Bijbelverspreiding in zowel binnen- als buitenland belangrijk? Doe mee via Bijbel Per Maand (BPM).
Omdat iedereen in zijn of haar eigen taal de Bijbel moet kunnen lezen. Waar je ook geboren bent of wat je omstandigheden ook zijn. Help je ook?
Een schat van wijsheid
Laanstra koos heel bewust voor het NBG. ‘Ik heb de Bijbel leren kennen als een schat van ware wijsheid. Dat gun ik anderen ook. De Bijbel moet verstaanbaar zijn voor alle mensen. Hij moet er zijn in alle landen, in hun eigen taal. Jezus gaf aan zijn volgelingen de opdracht om alle volken over Hem ter vertellen, dat is de zendingsopdracht uit Matteüs 28. Ook al doen allerlei organisaties nog zoveel aan ziekenzorg of armoedebestrijding – de kern van hun werk moet de Bijbel zijn. Woord en daad horen bij elkaar. Ieder mens moet de Bijbel kunnen lezen. Waarom? Omdat de wereld het goede nieuws over Jezus nodig heeft. Het is bijna niet uit te leggen aan iemand die dat niet gelooft, maar in mijn eigen leven heb ik gemerkt dat het goede nieuws uit de Bijbel je vrij maakt. Je vindt er je ware levensgeluk. Mensen zijn belangrijk, maar alleen God en Jezus kunnen je rust, richting en ruimte geven als je vastzit. De waaromvraag die ik had na het vroege overlijden van mijn vader, bijvoorbeeld, veranderde in de vraag wat God met mijn leven voor ogen had.’
Van Bijbelverhaal tot Bijbelmanifestatie
Laanstra houdt ervan om Bijbelverhalen door te geven. In zijn jongere jaren deed hij dat in de kindernevendienst. In Elburg werd hij in 2015 gevraagd voor de plaatselijke NBG-werkgroep. Samen met de andere leden daarvan organiseerde hij de jaarlijkse Bijbelzondag en de jaarlijkse Bijbelquiz. ‘De quiz was altijd een top-avond, waar soms wel 25 teams uit allerlei kerken in Elburg, Doornspijk en ’t Harde tegen elkaar streden om de hoofdprijs’, herinnert Laanstra zich. Helaas maakte Corona daar een einde aan. Ook werkte Laanstra mee aan de Bijbelmanifestatie, elk jaar op Monumentendag in de Grote Kerk in Elburg.
‘Dat duurde ongeveer een half uur. We zochten Bijbelgedeelten bij het monumentendag-thema. Die lazen we voor uit verschillende vertalingen, afgewisseld met koorzang en orgelspel. De laatste keer was dat Psalm 24 in streektalen: uit de Gunneger Biebel, de Fryske Bibel, de Twentse Biebel, en zelfs in het Elburgs. Een oud-visserman las Psalm 24 in samenspraak voor – prachtig! Helaas is ook de Bijbelmanifestatie gestopt in Coronatijd.’
Anno 2024 bestaat het vrijwilligersnetwerk van het NBG niet meer. Laanstra deed mee met de nieuwsservice van het NBG: een netwerk van zo’n 360 kerkelijk betrokkenen. Inmiddels heeft hij daarvoor een opvolger. Die regelt dat in het kerkblad van de Ichthuskerk elke maand nieuws van het NBG-Bijbelwerk te lezen is.
Onmisbaar
‘Ik vind in de Bijbel bemoediging en troost, uitkomst en uitzicht’, aldus Laanstra. ‘En niet te vergeten: inspiratie Ik zou de Bijbel niet kunnen missen. Ik zoek er antwoorden op vragen waar ik tegenaan loop. De Bijbel is verweven met mijn leven. Als de Bijbel dicht blijft, raken we van God los. Dat kan zomaar gebeuren. Daarom heb ik gedaan wat ik kon om de Bijbelverhalen door te geven.’
Een van de meest aangrijpende en aansprekende Bijbelverhalen vindt hij de gelijkenis van de verloren zoon. ‘Het kan zomaar gebeuren dat een kind van je de weg kwijtraakt. Dan moet je er niet achteraanzitten, dat leer ik van deze gelijkenis. Soms moet iemand eerst diep in de narigheid komen voordat hij terugkeert. Ontvang hem daarna met open armen, zelfs als je lang hebt moeten wachten.
Of ik – ik ben 78 – opzie tegen de dood? Op dit moment leef ik in vertrouwen, maar dat wil niet zeggen dat ik nooit bang zal zijn. Jezus heeft beloofd dat Hij voor ons plaats reserveert bij zijn Vader. Dat is mijn bestemming, daar kijk ik hoopvol naar uit. Die belofte geldt ook voor mij.’
Interview geschreven door Peter Siebe, Persvoorlichter NBG