Hoofdinhoud

Een school voor kinderen van Irakese vluchtelingen in Jordanië 

“Van Irak weet ik nog dat mijn vader een grote winkel had,” zegt een jongen van een jaar of zeven tegen mij op de school van priester Khalil Jaar in Amman. Vader Khalil probeert honderden Iraakse kinderen toekomst te geven. De jongen is vol hoop: “Hier zijn ook veel winkels. Mijn vader kan er vast eentje kopen”.

Vader Khalil vertelt ons – mij en mijn collega, we bezochten hem in maart – dat er heel veel vluchtelingen uit Irak naar Jordanië kwamen en komen. De hulp aan vluchtelingen in Jordanië is beperkt. Dat is niet vreemd, want er wonen zo’n elf miljoen mensen in het land: drie miljoen Jordaniërs, vier miljoen Palestijnen die in de afgelopen decennia naar Jordanië kwamen, en drie miljoen vluchtelingen uit landen als Irak, Syrië, Jemen en Soedan. Veel vluchtelingen mogen officieel niet werken en zijn dus volledig afhankelijk van hulp. 

Armoede

De hulporganisaties worden vaak bemenst door moslims. Hoewel het christendom officieel geaccepteerd is, is de werkelijkheid grimmiger. Christenen worden in Jordanië onderdrukt, soms door het systeem en soms openlijk. Christelijke vluchtelingen hebben het nóg moeilijker. En zo zijn de christelijke Irakese vluchtelingen terechtgekomen in een voorstadje van Amman, rond het kerkelijk complex van de Heilige Maria, waar vader Khalil priester is. Ze zijn gevlucht toen ISIS de macht overnam in Irak. Veel van de uit Irak gevluchte christenen behoorden daar tot de sociale bovenlaag, maar leven in Jordanië ze in bittere armoede. 

Vader Khalil helpt de gezinnen waar hij kan. De kerk zorgt voor bonnen waarmee de gezinnen kunnen winkelen. Maar het allerbelangrijkst vindt hij de scholing van de kinderen. Daarom heeft hij de school bij de kerk opengesteld. Dagelijks komen er een paar honderd Irakese kinderen van tussen de vier en zestien jaar. De meeste kinderen hebben veel meegemaakt; er is een speciale leerkracht in dienst om de getraumatiseerde kinderen te helpen.  

Kinderbijbels en kinderkleren

Op de dag dat wij de school bezoeken, is het feest. Alle kinderen krijgen iets lekkers. Het Jordaans Bijbelgenootschap, dat op verschillende manieren de school steunt, komt kinderbijbels brengen voor alle vluchtelingenkinderen. Ook krijgt iedereen nieuwe kleren, speciaal voor Pasen. De kinderen zijn blij met de Bijbel.  

De priester vertelt dat de christelijke vluchtelingen uit Irak door nagenoeg iedereen vergeten zijn. De meesten zijn gekomen in 2014. Toen al kregen ze weinig aandacht. Een paar christelijke organisaties, waaronder het Jordaans Bijbelgenootschap, bekommeren zich nog steeds om hen. De enige kans op een goede toekomst voor de vluchtelingen is: emigreren naar een westers land. Vooral Australië is in trek –daarom legt de school nadruk op Engelse les. Als we de klassen langsgaan, blijkt dat de kinderen inderdaad verrassend goed Engels spreken.  

Aan het slot van ons bezoek zegt vader Khalil: “Je hebt vast wel gezien waarom dit zulk mooi werk is om te doen. Het kost veel energie, het is heel moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen, maar je krijgt er zoveel voor terug. Ik dank God ervoor als kinderen ondanks al hun ellende even gewoon kind kunnen zijn.” Vader Khalils geestkracht, geloof en inzet staan voor mij symbool voor wat ik bij veel christenen in Jordanië gezien heb. Ondanks de grote druk en soms ook vervolging die christenen daar moeten doorstaan, staan ze voor hun geloof en geven ze er veel tijd en energie aan. Dat maakt diepe indruk. 

Dit is de derde reisimpressie van NBG-directeur Rieuwerd Buitenwerf. Deze verscheen 27 maart in het Friesch Dagblad en 28 maart in het Reformatorisch Dagblad.

Nieuws

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!