Hoofdinhoud

‘Ik dacht: topsport en geloof, dat gaat gewoon niet samen’ 

Sport en geloof, wat hebben die met elkaar te maken? Zijn ze eigenlijk wel te combineren? Als jonge topsporter in de schaatswereld worstelde Jan Achterberg (inmiddels 39 jaar) met deze vragen. ‘In de kerk werd mijn passie voor sport niet begrepen. Sport was best leuk, maar had niet veel nut. In de sportwereld ervoer ik het tegenovergestelde. Daar snapten ze juist niet wat het nut was van mijn geloof en deden ze er lacherig over,’ vertelt hij. ‘En eigenlijk wist ik het zelf ook nog niet. Hoe mijn geloof relevant kon zijn, daar waar ik de meeste tijd doorbracht: in de sportwereld.’ 

Dat geloof wel degelijk een verschil kan maken in je ‘gewone’ leven ontdekte Jan rond z’n twintigste, tijdens een reis naar Malawi met vrienden uit de kerk. ‘Een maand lang trokken we op met een man die anderen niet alleen over Jezus vertelde, maar die ook zijn omgeving beter maakte. Dat inspireerde mij. Hij liet zien hoe je je praktisch je geloof kunt uitleven op plekken waar mensen Jezus niet kennen.’ 

Terug in Nederland hervatte Jan zijn trainingen. ‘Ik kwam weer terug in mijn oude flow. Dat was goed voor mijn sportprestaties, maar toch: ‘En Jezus dan?’ Toen zijn sport, het marathonschaatsen, dreigde te verplaatsen van zaterdag naar zondag, gaf dat voor Jan de doorslag. ‘Ik zou dan elke zondag moeten schaatsen. Daarmee werd de kans om in de kerk te komen helemaal nul, iets wat ik toen zag als basis voor mijn geloof. Ik besloot uit de sport te stappen en had daar vrede mee. Toch was ik ontdaan toen een vriend uit de kerk zei: “Ach ja, topsport en geloof, dat gaat gewoon niet samen.” Als God mij een talent voor sport had gegeven, terwijl daar geen ruimte voor was binnen het geloof, dan had Hij me een flauwe streek geleverd. Waarom zou ik dat talent dan hebben?’  

Jan ging werken voor Athletes in Action, een organisatie die sport inzet om mensen te bereiken met het evangelie. 

‘Hier vond ik mijn plek. Ik ben eigenlijk de persoon geworden die ik destijds zelf nodig had gehad,’ zegt hij. ‘Iemand die sporters geestelijk ondersteunt in het uitleven van hun geloof, buiten de kerkmuren.’ 

Voor Jan is het inmiddels geen vraag meer op welke manier geloof relevant is in de sport. ‘Als je doet waarvoor God je heeft gemaakt, kom je op de plek waar God je heeft bedoeld en ontmoet je de mensen die Hij voor jou heeft.’ Hij legt uit wat hij daarmee bedoelt: ‘Je talent inzetten is in eerste instantie iets tussen jou en God. Doen waarvoor je gemaakt bent is een vorm van aanbidding. God geniet als een trotse Vader van jou wanneer je sport. Dit besef verandert hoe je naar je sport kijkt. Je laat niet langer je identiteit bepalen door zoiets instabiels als je sportprestaties. Dat is namelijk een groot gevaar in de topsport. Sporters merken dat verschil bij je, en dat leidt tot vragen: “Jij doet het anders…’’  

De afgelopen jaren begeleidde Jan vooral topsporters bij hun geloof, maar nu wil hij een stap verder gaan. ‘In Nederland zijn er 8 miljoen mensen die wekelijks sporten. Daar zitten ook christenen tussen. Hoe kunnen we hen activeren om zich uit te strekken naar hun ongelovige clubgenoten of teamgenoten? Op dit moment laten ze hun geloof misschien wel achter in de kleedkamer. Dat wil ik veranderen.’  

Met een marathonactie, waarin hij in veertien dagen tijd veertien marathons rende, verzamelde Jan fondsen voor Marcus, een boek met daarin het hele Marcusevangelie, plus getuigenissen van topsporters en korte Bijbelstudies. Door een samenwerking met het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap kon Marcus eind september worden uitgebracht. 

Marcus kun je weggeven aan teamgenoten, die hopelijk al aan je zien dat jij je sport ‘anders’ doet’, zegt Jan. ‘Als zij vragen naar je geloof, kun je ze natuurlijk vertellen wie Jezus is voor jou. Dat lees je ook in de korte getuigenissen van topsporters in Marcus. Maar als mensen zelf Jezus willen leren kennen, gebeurt via de bladzijden van de Bijbel. Dat is Gods woord. Door het lezen van Marcus kan God rechtstreeks tot mensen spreken.’  

Zijn eigen favoriete verhaal uit het Marcus-evangelie is wanneer Jezus aan zijn leerlingen vraagt: “Wie zeggen jullie dat Ik ben?” Jan: ‘Mensen hebben verschillende meningen over Hem, maar voor Petrus is het duidelijk. Weten wie Jezus is, dat is ook voor onszelf zo belangrijk. Er zijn zoveel discussiepunten, ook tussen kerken, maar volgens mij is onze eerste taak om steeds weer onder de indruk te raken van wie Hij is.’  

Bekijk het boek Marcus en begin vandaag nog met lezen – alleen of samen met je teamgenoten. Je hebt je passie voor sport niet voor niets gekregen. En misschien is jouw sport wel de plek waar God jou wil gebruiken. 

Marcus – een ooggetuigenverslag van het leven van Jezus

Ready, Set, Go

€ 7.50

Geschreven door: Joyce de Jongh Storyteller-communicatieadviseur

Impactverhaal

Was dit interessant of nuttig? Deel dit bericht met je netwerk!